Wet natuurbescherming

In algemene zin geldt dat de in de Quickscan (bijlage A7) getoetste voorgenomen activiteit op grond van de bepalingen opgenomen in de Wet natuurbescherming is vrijgesteld van vergunning- dan wel ontheffingsplicht. Dit omdat het voornemen van beekherstel is opgenomen als maatregelen in het Natura 2000-beheerplan voor “Kempenland-West” en daarmee onder meer heeft te gelden als instandhoudingsmaatregel. Dit geldt niet alleen voor het onderdeel Gebiedsbescherming, maar ook voor de onderdelen Soortenbescherming en Houtopstanden. Voor de voorgenomen activiteit beekherstel hoeft dan ook geen vergunning of ontheffing te worden aangevraagd. Dit geldt ook voor aanpalende natuur- en landschapsontwikkeling, omdat deze het beekherstel in essentie versterken.

Ten aanzien van de realisatie van de uitbreiding van de camping aan de Molenweg te Bladel geldt voornoemde vrijstelling van vergunning- en/of ontheffingsplicht niet. Opstellen van een ecologisch werkprotocol en afstemming van de planning hierop is in elk geval noodzakelijk om overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van steenuil, kerkuil en torenvalk zoveel als mogelijk te voorkomen. Verder dient de zorgplicht uitgewerkt te worden met het oog op (mogelijke) aanwezigheid van konijnen in terreindelen die nog als grasland (niet zijnde gazon) in gebruik zijn.