Effecten op de omgeving

In deze paragraaf wordt ingegaan op inpassing in de omgeving en de effecten op belanghebbenden.

Als gevolg van het verkleinen van het profiel van de Groote Beerze en zijwatergangen neemt de inundatie in het beekdal toe. Dit speelt voornamelijk in het bovenstroomse gebied. Dit gaat vooral om percelen die reeds zijn verworven of in eigendom zijn van Waterschap of haar partners. Op enkele particuliere percelen vindt een toename plaats van inundatie. Voor deze percelen worden afspraken gemaakt met de eigenaren over mitigerende maatregelen of financiële compensatie. Zoals in de paragraaf ‘maatregelen aan waterstaatswerken' omschreven, worden er komende tijd nog gesprekken gevoerd. Onderstaand is weergegeven welke particuliere percelen inundatie ondervinden en waardoor de inundatie wordt veroorzaakt.

Percelen rondom BZ37

    • Inundatie komt bij T1-T10 (afvoer die 1 keer per jaar (T1) en 1 keer per 10 jaar (T10) voorkomen) komt vooral door opstuwing bij stuw BZ37-st2. In de hydrologische achtergrondrapportage is een lengteprofiel opgenomen die de opstuwing duidelijk laat zien. Bij langere herhalingstijden zijn de afmetingen van de duiker beperkend. In overleg met de perceelseigenaar wordt er een meestromende waterberging aangelegd op de plek waar de inundatie optreedt. Over de exacte invulling van deze mitigerende maatregel wordt nog gesproken met de eigenaar.

Inundatie t.h.v. de BZ37

Percelen BDL01L189 en BDL01890

    • Toenemende inundatie als gevolg van verkleining profiel van de Groote Beerze. Het betreft inundatie bij een T1 situatie (situatie 1 keer per jaar) aan de westzijde twee particulieren percelen die inunderen. Zoals omschreven bij maatregelen aan waterstaatswerken vindt er nog overleg plaats met de perceelseigenaren.

Inundatie t.h.v. percelen BDL01L189 en BDL01890

Perceel BDL01H545

    • Buiten het projectgebied is er toename qua inundatie als gevolg van verkleining profiel i.c.m. bodemverhoging Groote Beerze direct benedenstrooms stuw BZ1-st18. Bij inundatie zorgt de stuwende werking van de stuw ook bovenstrooms voor effect. Toename van inundaties bij herhalingstijden vanaf T1 (afvoer 1 keer per jaar).

Inundatie t.h.v. perceel BDL01H545

Percelen BDL01H530 en BDL01H1044

    • Toename inundatie als gevolg van verkleining profiel i.c.m. bodemverhoging Groote Beerze direct benedenstrooms stuw BZ1-st18. De opstuwing werkt bij inundatie door tot bovenstrooms stuw. Enkel toename inundatie met een herhalingstijd van 1 keer per 25 jaar of langer.

Inundatie t.h.v. perceel BDL01H530 en BDL01H1044

Zoals in de paragraaf 'Positieve effecten' omschreven stijgt de grondwaterstand in het gebied. In de kern van het gebied, rondom de Beekbegeleidende bossen, is deze stijging het grootste (>50cm). Richting de grens van het projectgebied is de grondwaterstijging kleiner. Tijdens het ontwerpproces om te komen tot de maatregelen, is rekening gehouden met hydrologische effecten die optreden. Voor percelen die niet in eigendom zijn van het Waterschap of haar partners, is contact geweest met de perceeleigenaar. Waar nodig zijn en worden afspraken gemaakt over mitigerende maatregelen en/of afkoop van schade. Onderstaand is weergeven welke percelen effecten ondervinden. Zoals te zien is per locatie afwisselend gekozen voor de GHG- danwel de GVG-situatie. De situatie met het meeste effect is weergeven.

Rondom BZ40 (oostzijde Groote Beerze)

    • Effecten treden op door;

      • Het omleggen van de BZ40;

      • Het dempen van de huidige loop, evenals omliggende greppels;

      • Het aanbrengen van een langere duiker: door de aanwezigheid van de duiker is er geen verbinding met het grondwater. Hierdoor kan het grondwater plaatselijk niet kan worden gedraineerd, dit leidt tot een stijging van het grondwater.

Verschil grondwater huidige GVG en GVG na uitvoering

Rondom BZ36 (oostzijde Groote Beerze)

    • Effecten treden op door:

      • De hogere waterstand in de Groote Beerze;

      • Het geleidelijk verondiepen van de BZ36;

      • Het dempen van greppels nabij het perceel;

      • Als mitigatie van de effecten wordt een lage hoek in het perceel 30 centimeter opgehoogd (zie arcering);

      • De effecten bedragen 10-50 cm. Ter plaatse van de <0,50m stijging is een greppel gelegen.

Verschil grondwater huidige GHG en GHG na uitvoering

Rondom BZ34 (oostzijde Groote Beerze)

    • Effecten treden op door:

      • Dempen greppels/sloten;

      • Hogere waterstand Groote Beerze;

      • Het effect is een stijging van 5-20 cm, plaatselijk meer dan 20 cm;

Verschil grondwater huidige GVG en GVG na uitvoering

Dempen greppels (oostzijde Groote)

    • De effecten komen door:

      • Het dempen van de greppels rondom de Groote Beerze;

      • De effecten op het perceel zijn een stijging van 10-20 cm.

Verschil grondwater huidige GHG en GHG na uitvoering

Beekherstel, BZ33 (westzijde Groote Beerze)

    • De effecten komen door:

      • Het dempen van de greppels/sloten;

      • De hogere waterstand in de Groote Beerze;

      • De effecten zijn een stijging van 10-50 cm.

Verschil grondwater huidige GHG en GHG na uitvoering

BZ35 (westzijde Groote Beerze)

    • De effecten komen door:

      • Uitstralend effect van het dempen van de greppels/sloten in het projectgebied

      • Uitstralend effect van het geleidelijk verontdiepen van de BZ35;

      • De orde grootte van het effect is een stijging van 5-15 cm.

Verschil grondwater huidige GVG en GVG na uitvoering

Flora en Fauna

  • De uitvoering van de maatregelen zorgt voor tijdelijke verstoring van flora en fauna in het gebied. Om deze verstoring zoveel mogelijk te beperken zijn in de Natuurtoets (Possen, 2019) randvoorwaarden en adviezen voor de uitvoering opgenomen. Zo dienen er voor zoogdieren, amfibieën en reptielen, broedvogels en ongewervelden tijdens de uitvoering maatregelen in acht genomen te worden. Door het treffen van mitigerende maatregelen conform de gedragscode van de waterschappen en aantoonbaar - dat wil zeggen met behulp van een ecologisch werkprotocol - volgens deze gedragscode te werken zijn negatieve effecten op overige beschermde soorten te voorkomen en is overtreding van verbodsbepalingen uitgesloten.

Recreatie

  • Het beekdal gaat meer en vaker inunderen. Een negatief gevolg is dat bestaande recreatiepaden (tijdelijk) ontoegankelijk zijn. Om ervoor te zorgen dat het gebied toegankelijk en beleefbaar blijft voor recreanten, worden een aantal nieuwe verbindingen aangelegd. Hiermee ontstaat een balans tussen recreatiebehoefte en natuur.

Een kaart met het verschil in inundatie (tabblad 1) en verandering van de grondwaterstand (tabblad 2, 3 en 4) ziet u hier.