Verantwoording van de keuzes in het project

Ter onderbouwing van de planvorming is een hydrologische (model)onderzoek uitgevoerd. Een tijdsafhankelijk grondwatermodel is ontwikkeld op basis van gegevens van DoRegMod2014. Voor het oppervlaktewater is gebruik gemaakt van stationaire en dynamische modellen op basis van SOBEK-modellen. Aan de hand van beide modellen zijn onder andere de huidige en toekomstige situaties (inclusief diverse scenario's) bestudeerd. De volledige hydrologische studie is hier te bekijken.

Tijdens het proces om te komen tot de in dit Projectplan beschreven maatregelen is ervoor gekozen om het beekherstel (hydrologisch scenario 1) en maatregelen ten bate van de N2000 instandhoudingsdoelstellingen (scenario 2) integraal in één project uit te voeren. Tevens heeft er een hydrologische voorstudie plaatsgevonden om te komen tot het ideale beekherstel profiel. Onder andere de afweging over het wel of niet verwijderen van de vistrappen is opgenomen in deze voorstudie.

Scenario 1: Optimaal Beekherstel

Uitgangspunt is hier de autonome ontwikkeling. Hieraan wordt optimaal beekherstel toegevoegd op basis van variant B3 zoals beschreven in de notitie “BF8733WATNT1805181304 – Oppervlaktewater modellering Groote Beerze, d.d. 4 janauri 2018”. De beek krijgt in dit scenario de ligging van de historische beekloop. Bij de RWZI wordt het niet-meanderende deel van de beek gedempt. De vistrap bij Westelbeersbroek is verwijderd.

Scenario 2: Maximaal Beekherstel

In scenario 2 wordt het maximale beekherstel doorgerekend. Dit is bedoeld om in beeld te brengen wat de grootst mogelijke effecten zijn van beekherstel in combinatie met de maatregelen voor de N2000 instandhoudingsdoelstellingen. Uitgangspunt hierbij is scenario 1. Hieraan worden nog de volgende aspecten toegevoegd.

  • Het verwijderen van alle stuwen en duikers in de A-watergangen binnen het projectgebied.

  • Het verhogen van de uitmonding van de A-watergangen buiten de N2000-habitats op de Groote Beerze tot 30 cm beneden maaiveld. Hierbij wordt een verhang gecreëerd tot de grens van het projectgebied. Buiten het projectgebied behouden de watergangen hun oorspronkelijke bodemhoogte.

  • De A-watergangen binnen de N2000-habitats worden over de gehele lengte verondiept tot 30 cm beneden maaiveld. De bodemhoogte op de grens van de N2000-habitats sluit aan op deze bodemverhoging en dempt geleidelijk uit.

Logischerwijs hebben er naast de hydrologische afwegingen ook afwegingen plaatsgevonden op basis van beleidsdoelstellingen, ruimtelijke en landschappelijke inpassing, agrarisch grondgebruik, natuurwaarden, recreatief gebruik, beleving van het gebied etc. In samenspraak met de omgeving en belanghebbenden is gestreefd naar een gedegen en gedragen ontwerp. De maatregelen zijn zowel gemaakt en beoordeeld op basis van modelberekeningen en expert judgement en nader bekeken tijdens verschillende ontwerpsessies en en veldbezoek. Recreatieve verbindingen zijn tot stand gekomen in samenspraak met Brabants Landschap en gemeenten Bladel en Oirschot. De basis van deze verbindingen is gelegd in het proces om te komen tot een herijkte visie voor de Groote Beerze. Landschappelijke keuzes zijn eveneens gestart in het proces om te komen tot een herijkte visie. Vervolgens is de algehele landschappelijke inpassing uitgewerkt in samenspraak met een landschapsarchitect.

Verandering

Verantwoording keuze

Integrale aanpak door maatregelen voor zowel hermeandering en N2000 instandhoudingsdoelstellingen

Het gehele systeem wordt is hierdoor bekeken waarbij niet enkel wordt gekeken naar één probleem of doelstelling. Hiermee wordt een integrale aanpak voorzien wat leidt tot een beekdalbrede aanpak die het watersysteem robuuster en toekomstgericht maakt.

Hermeandering Groote Beerze

- Hydrologisch herstel van het gebied, randvoorwaardelijk voor behalen N2000 instandhoudingsdoelstellingen en KRW

 

- Verbetering ecologische en hydrologische randvoorwaarden, stijging grondwaterstand, herstel kweldruk rondom N2000 habitats en verbeteren van waterkwaliteit

 

- Afvlakken extreemafvoeren, beekdalbrede benadering zorgt voor ruimte voor inundatie

 

- Natuurlijker karakter en meer verbondenheid met beekdal

 

- Nieuwe ligging is gebaseerd op historische ligging van de beek (rond 1900), aangepast op huidige grondposities, grondgebruik, habitats en ecologische- en hydrologische randvoorwaarden.

Verwijderen kades overstromingsvlakte

Lichte daling oppervlaktewaterpeil bij extreemafvoeren, draagt bij aan natuurlijkere afwatering Blauwgraslanden

Optimalisatie afwatering blauwgraslanden

Na uitvoering overige maatregelen wordt gemonitord of het waterpeil bij extreemafvoeren licht is gedaald. Op voorhand is dit niet te beoordelen daar het risico op schade te groot is, daarom is er in dit Projectplan nog geen definitieve keuze gemaakt.

Verwijderen vistrap

Verhogen stroomsnelheid, natuurlijk verloop van de bodem mogelijk (KRW doelstelling)

Aanbrengen kunstwerken BZ37 en BZ40

Voorkomen van diepe insnijding watergang, herstel kweldruk en verhogen drainagebasis

Automatiseren stuwen

Door het gebruik van automatische stuwen kan sneller worden gereageerd wanneer de omstandigheden hierom vragen. Dit kan inundaties van naastgelegen agrarische percelen voorkomen

Dempen en laten verlanden greppels

Verhogen drainagebasis en herstel kweldruk, tegengaan van verdroging

(Geleidelijk) verondiepen watergangen en greppels

Behouden van afwatering gecombineerd met het verhogen van de drainagebasis en herstellen van de kweldruk

Belemen greppel

Tegengaan van uittreden van kwel in de greppel langs de Blauwgraslanden waardoor de kwel in de Blauwgraslanden zelf toeneemt.

Aanbrengen verhoogd onderhoudspad BZ40

Zorgt voor een scheiding tussen de Alluviale bossen en watergang BZ40. Voedselrijk water komt zo niet terecht in het gevoelige habitattype

Aanbrengen voetgangersbruggen en voorde

Het passeren van de beek zorgt voor een verbinding van bestaande recreatiepaden en beleving van de beek

Aanplant van struweel en bomen

Herstel coulisselandschap en versterken landschappelijke en ecologische verbindingen