Beleid Waterschap De Dommel

Waterbeheerprogramma 2022 - 2027

Na de wateroverlast in de zomer van 2016 heeft het bestuur van het waterschap het actieplan ‘Leven de

Dommel’ opgericht. Naar aanleiding hiervan zijn maatregelen getroffen om de gevolgen van wateroverlast te beperken. Als gevolg van de daaropvolgende droge jaren 2018, 2019 en 2020 zijn tevens maatregelen uitgevoerd om meer water vast te houden. Deze aanpak is inmiddels doorvertaald in het Waterbeheerprogramma 2022-2027 dat eind 2021 vastgesteld is. Hierin staat de watertransitie centraal, waarbij de focus ligt op het realiseren van een toekomstbestendige waterhuishouding in 2050 met als rode draad het belang van water voor een toekomstbestendige leefomgeving.

Het Waterbeheerprogramma beoogt onder andere een trendbreuk in gang te zetten, zodat een waterhuishouding ontstaat die robuust, wendbaar en in balans is met de omgeving en die voorziet in een goede waterkwaliteit. De focus in de aanpak verschuift hierbij:

  • Van beekdalgericht naar gebiedsgericht: de aandacht gaat naast het beekdal ook uit naar de flanken, de hoge zandruggen en het bebouwde gebied.

  • Van sectoraal naar integraal; samen met overheden en gebiedspartners worden keuzes gemaakt over meerdere opgaven in een gebied.

  • Van water afvoeren naar elke druppel telt; maximaal water conserveren, minder grondwater gebruiken en slimmer sturen.

Figuur 2.2‑5 Principes van watertransitie

De volgende drie principes (zie ook figuur 2-5) geven inhoudelijke sturing aan de watertransitie:

1. Elke druppel vasthouden en infiltreren waar deze valt. Voor de Groote Beerze:

  1. Gezonde en vitale bodems, zodat water kan infiltreren.

  2. In de beekdalen (waar infiltratie niet/beperkt kan) water maximaal vasthouden en vertraagd afvoeren.

  3. Natuurgebieden werken als een spons. Geen oppervlakkige afvoer van water en als deze aangewezen zijn als klimaatbuffer kunnen deze gebieden bij droogte ook leverancier worden van water voor de omliggende gebruikers.

  4. Agrarische bedrijven leveren een bijdrage door de bodem op orde te hebben en bergen het ‘eigen water’.

2. Functies passen zich aan het bodem- en watersysteem aan. Voor de Groote Beerze:

  1. Teelt volgt peil. Het waterschap ondersteunt met stimuleringsmaatregelen.

  2. Ontwikkelen van robuuste natuur die tegen (weers-) extremen bestand is.

  3. Plaagsoorten bestrijden door middel van natuurlijke mechanismen, zoals concurrentie tussen soorten, ziekten of predatoren.

3. Wat schoon is moet schoon blijven. Voor de Groote Beerze:

Natuurgebieden werken als ‘schoonwatermachines’ van het watersysteem. Samen met de (agrarische) bufferzones langs watergangen vormen deze ononderbroken aders door het landschap voor natuur, landbouw en mensen.

Agrarische percelen hebben geen negatief effect op de waterkwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Bufferzones langs watergangen zorgen voor extra zuivering.

Dit heeft de volgende doorvertaling gekregen in de programma’s ‘Droge voeten’, ‘Schoon water’ en

‘Voldoende water’. Voor de Groote Beerze is het volgende van belang:

  • Droge voeten: Het landschap wordt klimaatrobuust ingericht door het stellen van kaders en helpen bij de toekomstbestendige waterhuishouding in het klimaatrobuuste beekdal.

  • Schoon water:

  1. Uitvoeren van de KRW-maatregelen zoals opgenomen in het SGBP Maas en werken aan het verbeteren van de grondwaterkwaliteit.

  2. Verbeteren en nuttig inzetten van effluentwater.

  • Voldoende water: Minder grondwater onttrekken en minder water laten verdampen, zodat we meer water conserveren en het grondwater aanvullen. Hiervoor is meer ruimte voor water nodig.

Door de beekdalbrede benadering, waarbij niet alleen naar beekherstel gekeken is, maar ook naar het vast kunnen houden van water op de flanken van het beekdal en het bieden van meer ruimte voor water bij piekafvoeren, wordt aangesloten op bovengenoemde programma’s en de geschetste principes vanuit de watertransitie.

Beleidsnota Juridisch Instrumentarium bij schade door beekontwikkeling en andere waterdoelen

Ten tijde van de voorbereiding en vaststelling van het ontwerp-projectplan Groote Beerze geldt de Beleidsnota Juridisch Instrumentarium bij schade door beekontwikkeling en andere waterdoelen (vastgesteld 2016). In deze beleidsnota van De Dommel wordt uitgewerkt hoe omgegaan moet worden met schade die wordt veroorzaakt door een project voor beekontwikkeling zoals Groote Beerze. De instrumenten die De Dommel hanteert ter compensatie/mitigatie van de schade zijn hierin opgenomen. Het ontwerp-projectplan Groote Beerze voldoet hieraan.

De Keur Waterschap De Dommel

De keur is een verordening met de regels die het waterschap hanteert bij de bescherming van waterkeringen, watergangen (sloten, beken en rivieren) en bijbehorende kunstwerken (gemalen, stuwen).

Voor waterstaatwerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterschapswet is voorgeschreven en die op grond van een Projectplan of een vergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling van een legger of van een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten op grond van dit hoofdstuk de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatwerk worden aangehouden, zoals aangegeven in het Projectplan of de vergunning. Als geen vergunning is verleend, moet het waterstaatswerk worden onderhouden overeenkomstig de oorspronkelijke vorm en afmetingen.

In de keur is onderscheid gemaakt in A-wateren en B-wateren. A- en B-wateren zijn oppervlaktewaterlichamen die geregistreerd zijn in de legger. Het waterschap is ten aanzien van de A-wateren onderhoudsplichtig. Ten aanzien van alle overige wateren (de B-wateren) zijn de aangelanden onderhoudsplichtig. Bij het ingaan van de omgevingswet op 1 juli 2023, wordt ook de waterschapsverordening van kracht. Voor meer informatie, kijk op https://www.dommel.nl/de-keur-verdwijnt-hoe-werkt-de-nieuwe-waterschapsverordening.