C. Maatregelen kunstwerken

In het plangebied worden diverse maatregelen uitgevoerd in de A-watergangen, sloten en greppels. Doordat hier wijzigingen aan plaatsvinden, dienen ook de kunstwerken die hieraan gekoppeld zijn te worden verwijderd, verplaatst of vervangen of nieuw aangebracht te worden. Een overzicht hiervan is te zien in Figuur 1.5‑19.

Figuur 1.5‑19 Maatregelen kunstwerken

Duikers

Door het gehele traject worden duikers nieuw geplaatst (9), bestaande duikers aangepast (4) en duikers verwijderd (30). In totaal gaat het om 43 duikers. Een deel van de watergangen wordt gedempt. Hier zullen de duikers dan ook verwijderd worden. Andere watergangen worden verondiept waar de duiker verwijderd of aangepast wordt. De diameters van de duikers variëren van 0,3 tot 1,8 meter.

C1 Nieuwe duikers plaatsen

Binnen dit plangebied worden in totaal 12 nieuwe duikers aangelegd. In onderstaande tabel volgt een overzicht van de te plaatsen duikers.

Tabel 4 Te plaatsen nieuwe duikers

Aantal

Watergang

Maatregel

Diameter

B.O.B.

1

BZ21

Nieuwe duiker t.b.v mogelijkheid beheer en onderhoud

Beton 500mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang

1

BZ29

Nieuwe duiker t.b.v. faciliteren wandelpad

Beton 500mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang

1

BZ30

Nieuwe duiker t.b.v. te verplaatsen stuw

Beton 500mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang

2

BZ30

Nieuwe duikers t.b.v. beheer en onderhoud

Beton 500mm

Gelijk aan bestaande bodemhoogte watergang

2

OWL11214

BERE-0190

Nieuwe duikers t.b.v. afvoer water van greppels naar BZ30 onder EVZ door

PE 315mm

Gelijk aan bodemhoogte bestaande greppel

2

BERE-0189

Nieuwe duiker t.b.v. faciliteren wandelpad

PE 315mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte greppel

1

BERE-0188

Nieuwe duiker t.b.v. faciliteren wandelpad

PE 315mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte greppel

1

BERE-0186

Nieuwe duiker t.b.v. toegankelijk particuliere percelen.

PE 315mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte greppel

1

OWL11207

Nieuwe duiker t.b.v. toegankelijk particuliere percelen.

PE 315mm

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte greppel

C2 Aanpassen duikers

Bij de A-watergangen BZ21, BZ29 en BZ30 moeten de bestaande duikers die gehandhaafd worden, opnieuw worden gesteld. Door het geleidelijk verondiepen van de watergangen moeten de duikers worden aangepast aan de nieuwe bodemhoogte van deze watergang. In onderstaande tabel een overzicht welke duikers dit betreft.

Tabel 5 Aan te passen duikers

Watergang

Maatregel

Diameter

BOB bestaand

B.O.B. nieuw

BZ21-KDU1

Aanpassen

500mm

22.83+

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang

BZ29-KDU1

Aanpassen

500mm

23,00+

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang: 22.96+

BZ29-KDU2

Aanpassen

500mm

22,95+

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang: 22.95+

BZ30 KDU-2

Aanpassen

600mm

21,75+

Gelijk aan nieuwe bodemhoogte watergang

C3 Verwijderen bestaande duikers

In de huidige situatie bevindt er zich aan twee zijden een obstakelvrije zone langs de Groote Beerze. In de nieuwe situatie komt de obstakelvrije zone aan de westzijde te vervallen. Alle duikers die sloten en greppels afwateren waarvan de watervoerende functie naar de Groote Beerze komt te vervallen, kunnen om die reden worden verwijderd. Met grondeigenaren waar sloten wel blijven afvoeren naar de Groote Beerze zijn maatwerk afspraken gemaakt. Daarnaast worden er ook greppels afgedamd en is er geen afwateringsmogelijkheid meer, waardoor ook de duikers kunnen worden verwijderd. Bij het Wagenbroeksloopje wordt een voorde aangelegd om afwatering naar de Groote Beerze mogelijk te houden t.p.v. de obstakelvrije zone. De bestaande duiker komt daarmee te vervallen. In onderstaande tabel een overzicht van de te verwijderen duikers (30 stuks in totaal).

Tabel 6 Te verwijderen duikers.

Aantal

Watergang

Maatregel

Diameter

B.O.B.

1

BZ19-KDU10

Verwijderen, onderhoud van BZ19 kan plaatsvinden via noord-westzijde.

1000mm

22,42 +NAP

1

BZ21-KDU2

Verwijderen, dit deel van BZ21 wordt gedempt.

500mm

22,80 +NAP

1

BZ21-KDU3

Verwijderen, beheer en onderhoud gaat plaatsvinden aan de oostzijde van de beek.

500mm

22,45 +NAP

1

BZ22-KDU28

Verwijderen, de duiker naar de Groote Beerze toe wordt vervangen door een voorde.

1800x1000mm

22,01+

1

BZ30-KDU1

Stuw met duiker wordt verplaatst, deze duiker komt te vervallen.

500mm

22,91+ NAP

(25)

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

2

1

1

Duiker is in greppel:

BERE-0186

BERE-0188

BERE-0198

BERE-0296

OWL10999

OWL11001

OWL11002

OWL11003

OWL11004

OWL11005

OWL11006

OWL11009

OWL11010

OWL11011

OWL11194

OWL11197

OWL11204

OWL11205

OWL11206

OWL11207

OWL11208

OWL11211

Greppel-D1

Greppel-D2

Verwijderen duikers in greppels

300-1000mm

variabel

Stuwen

In de Groote Beerze bevinden zich op dit traject een drietal stuwen. Om het beekdal klimaat robuust in te richten, de Groote Beerze vispasseerbaar te maken en water langer vast te houden op de flanken, zijn maatregelen benodigd. Deze worden hierna verder toegelicht.

C4 Verwijderen bestaande stuwen

Stuwen Groote Beerze

Op traject 2a bevinden zich in de huidige situatie 3 stuwen, namelijk ten zuiden van de Molenweg (BZ1-st16/ST0000695) en ten noorden van De Hoeve (BZ1-st18/ST0000697) en bovenstrooms De Voorbeemden (BZ1-st17/ ST0000696). De stuw aan de bovenstroomse zijde ten zuiden van de Molenweg, ST0000695 dient in deze fase nog behouden te blijven met hetzelfde peil. De stuw aan de benedenstroomse zijde is ten noorden van de De Hoeve is het einde voor het beekherstel van traject 2a. Doordat bij het traject 2a over het hele traject beekherstel plaatsvindt, kunnen zowel stuw ST0000697 als ST0000696 worden verwijderd.

Stuw Wagenbroeksloopje

De functie van de stuw in het Wagenbroeksloopje wordt in principe opgeheven, maar blijft de stuw fysiek wel aanwezig. De stuw wordt ‘platgelegd’, waardoor deze in normale omstandigheden geen stuwende werking heeft. Wanneer noodzakelijk, kan in hele droge perioden de stuw weer worden opgetrokken.

C5 Stuw (ver)plaatsen

In het kader van het water vasthouden op de flanken wordt er in watergang BZ19, nabij de Casterse Molen een nieuwe automatische stuw (geautomatiseerde LOP-stuw in stuwgoot) geplaatst. Op deze manier kan in droge situaties water achter de stuw worden vastgehouden om zo de mogelijkheid te faciliteren om te kunnen infiltreren. Wanneer noodzakelijk, gaat in hele natte perioden de stuw automatisch weer omlaag zodat de stuw het ingestelde streefpeil zal blijven handhaven en wateroverlast wordt voorkomen.

Door het verleggen van de A-watergang BZ30 wordt stuw BZ30-st1/ ST0000771 vervangen, maar blijft het peil gelijk aan de huidige situatie. Dus de stuw wordt op hetzelfde peil ingesteld:

  • Streefpeil hoog (m NAP) 23,68

  • Streefpeil laag (m NAP) 23,43

Overige kunstwerken

C6 Ontsnipperingsmaatregelen fauna

In traject 2a wordt de Groote Beerze op een drietal plaatsen gekruist door wegen. Hier stroomt de Groote Beerze onder bruggen door bij De Hoeve, De Voorbeemden en de Molenweg. Bij deze bruggen is geïnventariseerd hoe het met de faunapasseerbaarheid is gesteld. Bij de Voorbeemden en de Molenweg is het profiel van de beek onder de brug al voorzien van een doorlopende oever. Bij De Hoeve is geconstateerd dat de faunapasseerbaarheid niet optimaal is, zie foto’s.

Figuur 1.5‑20 Huidige situatie brug De Hoeve

Figuur 1.5‑21 Principeprofiel brug De Hoeve met uitgangspunten constructie faunapassage (dwarsprofiel 22)

De faunapassage onder de brug bij De Hoeve wordt gerealiseerd middels een meestromende banket-constructie aan beide zijden van de brug. Onder de betonnen brug is momenteel een (geautomatiseerde) debietmeting aanwezig welke verplaatst moet worden om de werking te waarborgen. Na de betonnen autobrug volgt de fietsbrug. Deze kan vergelijkbaar met de bruggen bij de Molenweg en Voorbeemden worden versmald.

Bij de brug aan de Vloed/Molenweg wordt de versmalling van het profiel van de Groote Beerze doorgetrokken onder de brug door. De bodemhoogte wordt bij de uitvoering niet direct aangepast, maar zal na verloop van tijd door aanzanding zich vanzelf aanpassen tot maximaal de hoogte van het nieuwe bodemprofiel. Aan beide zijden ontstaat er dan een doorlopende oever van minimaal 3 meter breedte. Bij voorkeur blijft deze droog bij een waterpeil van een T1 neerslag situatie. Voor alle bruggen geldt dat er geleiding richting de passages moet worden gerealiseerd.
Bij de voorbeemden kan er geen faunapassage worden gerealiseerd onder de brug, omdat dat dit extra opstuwing van het waterpeil veroorzaakt wat hier niet gewenst is. Hier wordt dan ook in overleg met de gemeente nog naar andere mogelijkheden gezocht door bijvoorbeeld het aanleggen van een losse faunapassage/ecoduiker onder de weg door.

Figuur 1.5‑22 Faunapasseerbaar maken brug Molenweg/Vloed (dwarsprofiel 20)

C7 Voorde aanbrengen

Bij het Wagenbroeksloopje (BZ22) wordt één voorde aangebracht voor de obstakelvrije zone in de watergang die afwatert op de Groote Beerze. Deze heeft in dit traject een dubbele functie. Enerzijds om de toegankelijkheid voor beheer en onderhoud te borgen langs de Groote Beerze en anderzijds het ontmoedigen om over de obstakelvrije zone langs te Groote Beerze te gaan wandelen. Hiervoor worden immers separate wandelpaden aangelegd, zie maatregel F1.

Tabel 7 Aanbrengen voorde in Wagenbroeksloopje

Watergang

Maatregel

Functie

BZ22-BZ1

Aanbrengen voorde in Wagenbroeksloopje

t.b.v. beheer en onderhoud

C8 Overstort t.b.v. klimaatbuffer aanbrengen

Er wordt een klimaatbuffer aan de weg Gagelvelden gerealiseerd om het regenwater vanuit het afgekoppelde rioleringsstelsel in Casteren te kunnen laten infiltreren op de flanken, zie maatregel D2. Ten tijde van piekbuien moet deze berging, wanneer deze helemaal is gevuld, kunnen overstorten naar de Groote Beerze. Dit geschiedt via de bermsloot van de weg Kranenberg.

C9 Verplaatsen veegvuiluitdraaiplaats (VVUP)

Aangezien de onderhoudsroute aan de oostzijde van de Groote Beerze komt te liggen, wordt de VVUP wordt verplaatst van de west naar de (noord)oostzijde van de Groote Beerze. Hiermee wordt ook de intensiteit en gebruik door beheer en onderhoud op het particuliere perceel BDL01L929 verder beperkt.

Figuur 1.5‑24 Verplaatsen VVUP

C10 Plaatsen bruggen

In het gebied lopen diverse wandelpaden. Een aantal hiervan komen te vervallen, maar worden ook nieuwe routes aangelegd (zie maatregel F1). Om een goede verbindingen te realiseren worden er 3 wandelbruggen geplaatst, namelijk over de Groote Beerze, het Wagenbroeksloopje en de BZ21 bij de camping De Ganzenhof. Voor de brug over de Groote Beerze is het van belang dat de brug toegankelijk is in nattere perioden. Het pad er naartoe komt verhoogt in het landschap te liggen, maar mag i.c.m. de brug geen knellende werking hebben in natte perioden. Hieronder is het principe weergegeven van een brug waarbij de westzijde openblijft en mee kan blijven stromen en aan de oostzijde de brug aansluit op het huidig maaiveld.

Figuur 1.5‑25 Wandelbrug over de Groote Beerze (dwarsprofiel 23)

De wandelbruggen over het Wagenbroeksloopje (BZ22) en de BZ21 worden gemaakt van kanaalplaten, zie Figuur 1.5‑26 met het principeprofiel bij het Wagenbroeksloopje. De wandelbrug over de BZ21 kan op vergelijkbare manier worden uitgevoerd.

Figuur 1.5‑26 Principeprofiel wandelbrug bij het Wagenbroeksloopje