G. Mitigerende maatregelen

G1. Omvormen naar peilgestuurd drainagesysteem i.c.m. ophogen perceel BDL01L929

Op perceel BDL01L929 vinden nagenoeg geen nadelige effecten plaats als gevolg van aanpassingen aan het beekprofiel van de Groote Beerze in de vorm van inundatie. Er is een lichte toename van de grondwaterstand berekend, hoofdzakelijk als gevolg van de maatregel om de BZ30 geleidelijk te verondiepen. Dit is beide te zien op Figuur 1.5‑36. Op perceel BDL01L929 is drainage aanwezig. Als gevolg van de te realiseren ecologische verbindingszone (EVZ) zal de BZ30 worden verlegd. De BZ30 zal naar de zuidkant van de bestaande watergang worden verplaatst, om de watergang minder invloed te laten ondervinden van perceel BDL01L929. Daarnaast wordt de BZ30, vanaf de stuw geleidelijk verondiept om zodoende water langer vast te houden.

Figuur 1.5‑36 Effecten van maatregelen op de landbouwperceel BDL01L929

Door het uitvoeren van deze maatregelen kan de bestaande drainage niet meer afwateren en verliest het zijn functie. Hierdoor zal het natter worden op het betreffende perceel (zie Figuur 1.5‑36). Om ervoor te zorgen dat de huidige drainage ook na het verondiepen en verleggen van watergang BZ30 kan blijven functioneren, wordt de drainage omgevormd naar peilgestuurde drainage. Daarnaast wordt ca. 1 ha peilgestuurde drainage toegevoegd (vak D), met uitzondering van het als NNB begrensde gedeelte. Het gedeelte dat als NNB is begrensd (ca. 2700 m2) opgehoogd zie Figuur 1.5‑37. Dit is overeengekomen met de betreffende eigenaar en vastgelegd in een overeenkomst. Dit doen we als gevolg van effecten van de geleidelijke verondieping van de BZ30 én als gevolg van het beekherstel van de Groote Beerze. De toename van het grondwaterniveau wordt gecompenseerd. Dit betekent ca 10-20 cm ophoging van het perceel, uitgaande van GVG.

Figuur 1.5‑37 Ontwerp peilgestuurde drainage op perceel BDL01L929

G2. Ophogen, egaliseren percelen BLD01H2910 en BLD01H2913

Percelen BLD01H2913 en BLD01H2910 zullen effecten ondervinden als gevolg van aanpassingen aan het beekprofiel van de Groote Beerze, de geleidelijke verondieping van de BZ30 en het dempen van in de omgeving gelegen greppels. Een effect van de maatregelen is dat de grondwaterstand (zie kaartje dGVG op Figuur 1.5‑39) wordt verhoogd en de uitstraling daarvan reikt tot in percelen BLD01H2910 en BLD01H2913. Daarnaast neemt door aanpassingen in de beek het risico op inundatie nabij perceel BLD01H2913 toe. Zie hiervoor Figuur 1.5‑39.

Uit onderzoek, uitgevoerd door Aequator d.d. 7 oktober 2022 blijkt dat de percelen zijn op te delen in 3 zones die in meer of mindere mate nadelige effecten zullen ondervinden als gevolg van de voorgenomen maatregelen. Figuur 1.5‑38 geeft een beeld van zone 1, 2 en 3. Om de nadelige effecten te compenseren zijn voor zone 1 geen mitigerende maatregelen nodig. De stijging van de grondwaterstand is positief voor het landbouwkundig gebruik. Echter om de grondwaterstand ten opzichte van maaiveld over het gehele perceel te optimaliseren wordt voorgesteld om zone 1 te egaliseren. In zone 2 kan door ophoging van 5 -20 cm de grondwaterstijging worden gemitigeerd. Voor zone 3 is een ophoging van 50 cm nodig om de grondwaterstand en tijdelijke inundatie te mitigeren. Het toepassen van peilgestuurde drainage is in het hiervoor genoemde onderzoek niet vernoemd als maatregel om de percelen voor agrarisch gebruik te compenseren.

Figuur 1.5‑38 Ophogingen van perceel BLD01H2913 en BLD01H2910

Deze wijze van mitigeren van de effecten als gevolg van de maatregelen aan de Groote Beerze zijn met de grondeigenaar besproken echter de grondeigenaar geeft aan tot een ruiling te willen overgaan van de oppervlakte van de natste delen van ca zones 2 en 3. Op het moment van vaststelling van het definitieve Projectplan zijn nog onderhandelingen gaande om perceel BLD01H2913 te ruilen voor een perceel elders. Dit wordt vervolgens nader uitgewerkt in een overeenkomst.

Mocht uiteindelijk niet tot een definitieve overeenstemming gekomen kunnen worden tot ruiling van de percelen, dan kunnen de zones 2 en 3 en zone 1 in mindere mate, opgehoogd en geëgaliseerd worden. Ook deze maatregelen worden aanvaardbaar geacht indien ruiling onmogelijk blijkt. Dit is reeds meegenomen in de onderhandelingen met de grondeigenaar. Derhalve worden deze maatregelen eveneens opgenomen als legitieme maatregelen in dit projectplan indien niet tot een ruiling overeen kan worden gekomen. Deze mitigerende maatregelen worden, indien deze aan de orde zijn omdat ruiling niet mogelijk is gebleken, uitgevoerd conform het rapport, opgesteld door Aequator d.d. 7 oktober 2022. Dit is in bezit van en besproken met perceeleigenaar.

Indien de voorgenomen ruiling niet tot een positief resultaat leidt en de grondeigenaar de nadelige effecten op zijn percelen alsnog ook niet technisch wil compenseren, dan is het gevolg dat circa 10 % niet meer of in mindere mate agrarisch bruikbaar zijn. Gelet op de beperkte aantasting van de gebruiksmogelijkheden versus de grote maatschappelijke belangen, tevens noodzaak en urgentie van de uitvoering van de opgenomen maatregelen, wegen de particuliere belangen in dit geval niet op tegen de belangen van dit projectbesluit om de hiervoor reeds aangehaalde doelen te behalen. De grondeigenaar valt bij eventuele schade in dat geval derhalve terug op een vergoeding van nadeelcompensatie.

Figuur 1.5‑39 Effecten van maatregelen op de landbouwpercelen BLD01H2913 en BLD01H2910

G3. Ophogen en aanbrengen stijlrand percelen BDL0H2999 en BDL0H3001

Er zijn twee effecten die optreden binnen de percelen BDL0H2999 en BDL0H3001 als gevolg van de aanpassingen aan de Groote Beerze: toenemende inundatie en verhoging van de grondwaterstand (GVG). Inundatie komt na beekherstel voor vanaf T1 (gemiddeld 1 keer per jaar) en wordt vooral veroorzaakt door het verkleinen van het profiel van de Groote Beerze (zie Figuur 1.5‑40). Ook de grondwaterstand zal toenemen als gevolg van het verkleinen van het beekprofiel van de Groote Beerze en dempen van greppels nabij de Groote Beerze. De toename van de GVG (gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand) is weergegeven in Figuur 1.5‑40. Verder van de Groote Beerze af is een verhoogde grondwaterstand positief voor het agrarische gebruik van de percelen.

Figuur 1.5‑40 Effecten van maatregelen op de landbouwpercelen BDL0H2892 en BDL0H2894

Figuur 1.5‑41 Contouren ophogingen perceel BDL0H2892 en BDL0H2894

Met de perceeleigenaar is in een overeenkomst gesloten op 25 februari 2024, waarin naast een grondruil, afspraken zijn gemaakt over het mitigeren van de nog resterende effecten als gevolg van te nemen maatregelen nabij de Groote Beerze. Deze overeenkomst, inclusief de bijlagen dient als uitgangspunt voor de te nemen mitigerende maatregelen op de percelen van de grondeigenaar.

Een klein deel van het resterende agrarische perceel (zie ruitjes arcering in figuur 1.5-37) wordt opgehoogd (c.a. 0,9 ha) tot een maaiveldhoogte van minimaal 23,70 m +NAP. Ook worden aanwezige ‘zonken’ in het agrarische perceel opgehoogd tot een hoogte van omliggend maaiveld, Daarnaast wordt er een stijlrand en greppel aangelegd ter beperking van verdere inundaties en dient als scheiding tussen het agrarische perceel en het extensief te beheren graslandperceel. Bestaande sloten en greppels worden zodanig aangepast dat afwatering naar de Groote Beerze behouden blijft.

G4. Ophogen perceel BDL01H64 en BLD01H991

De percelen BDL01H64 en BLD01H991 maken onderdeel uit van een grotere ontwikkeling rondom de camping de Ganzenhof. In paragraaf 1.5.6 ‘Overige ontwikkelingen’ wordt nader ingegaan op de ontwikkelingen rondom de Ganzenhof, waarbij er sprake is van uitbreiding van het bestaande kampeerterrein, ruiling van agrarische percelen, inrichting van omliggende landbouwpercelen als natuur en het creëren van meer ruimte voor water. Dit is vastgelegd in een ruilovereenkomst en aanvullende addenda tussen het waterschap, provincie Noord-Brabant en de perceeleigenaar, tevens eigenaar van de camping de Ganzenhof. De gemeente Bladel is voornemens de bestemming van de uitbreiding van het kampeerterrein en groepsaccommodatie te wijzigen. Ten tijde van het vaststellen van het definitieve Projectplan Waterwet is het bestemmingsplan voor de uitbreiding van het kampeerterrein en groepsaccommodatie van kracht geworden.

Op de percelen BDL01H64 en BLD01H991, ter hoogte van de geplande uitbreiding van de camping de Ganzenhof zijn er twee nadelige effecten die optreden, als gevolg van de aanpassingen aan de Groote Beerze: lichte toenemende inundatie en verhoging van de grondwaterstand (GVG). In een overeenkomst, is het volgende hierover afgesproken: ‘uitgangspunt bij het inrichtingsplan van het Waterschap is dat de huidige grondwatersituatie op het toekomstige kampeerterrein niet verslechterd (verhoogd wordt) ten opzichte van de huidige situatie. Indien de grondwaterstand wel verhoogd wordt, treden partijen met elkaar in overleg over de te nemen (mitigerende) maatregelen’.

Er is lichte inundatie en een verhoogd grondwaterpeil te verwachten op de locatie van de toekomstige uitbreiding van het kampeerterrein (zie Figuur 1.5‑43). Ophogen van beide percelen ter hoogte van de geplande uitbreiding van het kampeerterrein, oppervlakte 1,2 ha (roze kader in Figuur 1.5‑43), zoals opgenomen in de ruilovereenkomst wordt in overleg met de eigenaar nader uitgewerkt. Op basis van de stijging van de grondwaterstand (GVG), worden de percelen 0 tot 40 cm opgehoogd. Een technische uitwerking van de ophoging ter hoogte van de uitbreiding is weergegeven Figuur 1.5‑42

Figuur 1.5‑42 Ophogingen op percelen bij camping De Ganzenhof

Het overige deel van de percelen BLD01H991, gedeeltelijk BDL01H64 en tevens overige omliggende agrarische percelen, circa 19 ha en in eigendom van de eigenaar van de camping de Ganzenhof, zijn begrensd als natuur binnen het Natuurnetwerk Brabant. Deze worden respectievelijk ingericht als vochtig hooiland en kruiden- en faunarijk grasland. Hiervoor heeft het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) een beschikking afgegeven, 25 april 2022 voor functiewijziging van de agrarische percelen naar natuur. De omzetting naar natuur maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de hiervoor genoemde ruilovereenkomst. De gemeente Bladel is vervolgens voornemens de agrarische bestemming te wijzigen naar natuur. Een verhoogde grondwaterstand en de toename inundatie op omliggende percelen dragen bij aan de ontwikkeling van de natuur en worden daarom niet technisch of financieel gecompenseerd.

Figuur 1.5‑43 Effecten van maatregelen op de beoogde uitbreiding van de camping de Ganzenhof

G5. Ophogen en egaliseren perceel BDL01H16

Door de maatregelen in het beekdal zullen naar verwachting de grondwaterstanden licht stijgen en neemt het risico, vanaf T10 (gemiddeld éen keer in de 10 jaar) op overstroming vanuit de beek licht toe (zie Figuur 1.5‑45). In de winter beperkt de stijging van de grondwaterstand zich tot een smalle strook aan de noordzijde van het perceel. De stijging zal maximaal ca. 10 cm zijn. In het voorjaar wordt een groter deel van het perceel beïnvloed door een hogere grondwaterstand. De toename van voorjaarsgrondwaterstand is 5 – 10 cm (zie Figuur 1.5-39). Het perceel ten noorden van dit perceel wordt afgegraven ten behoeve van natuurontwikkeling wat waarschijnlijk een verlagend effect heeft op de grondwaterstanden in de winter en het voorjaar op perceel BDL01H16. De grondwaterstandstijging zal daardoor op een deel van het perceel minder groot zijn als nu verwacht, echter hier zijn de hydrologische berekeningen niet op aangepast.

Uit extern onderzoek blijkt dat de nadelige effecten van de stijgende grondwaterstand gemitigeerd kunnen worden door het noordelijke deel van het perceel lokaal op te hogen. Daarnaast zal voor het mitigeren van inundatie vanuit de beek de laagtes worden aangevuld en geëgaliseerd, aflopend naar de beek.

Figuur 1.5‑44 Mitigerende maatregelen perceel BDL01H16

De perceeleigenaar heeft aangegeven de voorkeur te geven aan ruiling van zijn perceel aan de Groote Beerze tegen, bij voorkeur een perceel aansluitend aan zijn huiskavel. Op het moment van vaststellen van het definitief projectbesluit is nog niet tot een ruiling gekomen. Een financiële compensatie is eveneens aangeboden aan de perceeleigenaar, maar hier is niet op ingegaan. Ook is gesproken met de grondeigenaar om zijn perceel te begrenzen als Natuurnetwerk Brabant (NNB). Ophoging en egalisatie is in het projectplan opgenomen als terugvaloptie. De mitigerende maatregelen worden, indien aan de orde uitgevoerd conform het rapport, opgesteld door Aequator d.d. 22 oktober 2022. Dit is in bezit van en besproken met perceeleigenaar.

Indien een ruiling niet tot resultaat leidt zal circa 5% bij een T10 en 2,5 % bij T25 van zijn percelen niet meer agrarisch bruikbaar zijn en circa 10% van zijn percelen in minder mate (niet jaarrond toegankelijk) agrarisch bruikbaar (akkerbouw). Voor grasteelt is dit percentage nagenoeg 0%, ten opzichte van akkerbouwmatige gebruik van het perceel. Gelet op de beperkte aantasting van de gebruiksmogelijkheden versus de grote maatschappelijke belangen, tevens noodzaak en urgentie van de uitvoering van de opgenomen maatregelen, wegen de particuliere belangen in dit geval niet op tegen de belangen van dit projectbesluit om de hiervoor reeds aangehaalde doelen te behalen. De grondeigenaar valt bij eventuele schade in dat geval derhalve terug op een vergoeding van nadeelcompensatie.

Figuur 1.5‑45 Hoogtekaart en effecten van maatregelen op landbouwperceel BDL01H16