Maatregelen aan kunstwerken
B1. Aanpassen aansluiting BZ62-HO04 - Groote Beerze
Verlengen overkluizing
Watergang BZ62_HO04 is deels voorzien van een lange duiker (overkluizing), zie Figuur 15. Deze overkluizing wordt verlengd en zal uiteindelijk aansluiten aan de nieuwe meander. De nieuwe overkluizing vervangt de afwaterende functie van de huidige watergang en wordt daarom gedempt, zie maatregel A7. De overkluizing krijgt een diameter van 500mm. De overkluizing (inclusief de al bestaande overkluizing) krijgt een lengte van 225 meter, waardoor het aanbrengen van één put noodzakelijk is.
Verwijderen duiker
Na het dempen van het benedenstroomse deel van de BZ62-HO04 (maatregel A7) is ook duiker BZ62-KDU3 overbodig. Deze duiker zal daarom komen te vervallen.
Tabel 2 Tabel 2 Duikers t.p.v. aansluiting BZ62_HO04
Nr. | ø | B.O.B. (m+NAP) | Maatregel |
GB-D3 | 500mm | Aansluiten op bestaande overkluizing | Aanbrengen overkluizing incl. put |
BZ62-KDU3 | 600mm | 19,07 – 18,97 | Verwijderen |
B2. Aanpassen aansluiting OWL 10607 – Groote Beerze
In de nieuwe situatie wordt de ligging van de Groote Beerze net ten noorden van de Schepersweg aangepast conform Figuur 16. Watergang OWL10607 moet zijn afwaterende functie behouden en kruist hierdoor de nieuwe onderhoudsroute. Om deze reden wordt de huidige duiker (OWL10607_KDU1) vervangen voor een nieuwe duiker (GB-D1). In het verlengde hiervan wordt het kleine deel van watergang OWL10607 tussen de nieuwe meander en de oude ligging van de Groote Beerze gedempt.
Tabel 3 Overzicht duikers maatregel B2.
Nr. | ø | B.O.B. (m+NAP) | Maatregel | |
OWL10607_KDU1 | 200mm | 18.72 | Verwijderen | |
GB-D1 | 300mm | Gelijk aan bodemhoogte OWL10607 | Nieuw aanbrengen |
B3. Verplaatsen dammen in bypass
Bij het meest zuidelijke/bovenstroomse deel van traject 3 zijn in het verleden al nieuwe meanders gerealiseerd en is de ‘oude’ loop, de hoogwatergeul, afgesloten door een viertal dammen, namelijk BZ1.3-dr1, BZ1.3-dr2, BZ1.3-dr3 en BZ1.3-dr4. In de huidige situatie sluiten de dammen de hoogwatergeul bovenstrooms af en wordt uittredende kwel afgevoerd via de benedenstroomse aansluiting op de meanders. Door het verplaatsen van de dammen van bovenstrooms naar de benedenstroomse zijde, wordt het afvoeren van kwel voorkomen door de nieuwe benedenstroomse dam.
Tevens vindt door deze maatregel de instroom van water in de nieuwe situatie bovenstrooms plaats en zal daarmee het waterpeil in de hoogwatergeul hoger worden dan in de huidige situatie, zie Figuur 17. Dit omdat het waterpeil door het natuurlijke verhang van de meanders lager is aan de benedenstroomse zijde. Het hogere peil zorgt er tevens voor dat er minder kwel zal uittreden in de hoogwatergeul omdat het hogere waterpeil zorgt voor meer tegendruk dan bij het lagere peil zoals in de huidige situatie.
Tabel 4 Overzicht van de te verwijderen en nieuw aan te brengen dammen.
Nummer | Maatregel | Hoogte | |
BZ1.3-dr1 | Verwijderen dam | 19,44m +NAP | |
BZ1.3-dr2 | Verwijderen dam | 19,62m +NAP | |
BZ1.3-dr3 | Verwijderen dam | 19,62m +NAP | |
BZ1.3-dr4 | Verwijderen dam | 19.48m +NAP | |
GB-S1 | Aanbrengen dam | 19,44m +NAP | |
GB-S2 | Aanbrengen dam | 19,62m +NAP | |
GB-S3 | Aanbrengen dam | 19,62m +NAP | |
GB-S4 | Aanbrengen dam | 19.48m +NAP |
B4. Verwijderen vistrap
In de Groote Beerze liggen in de huidige situatie een tweetal vistrappen (bestaande uit meerdere treden, zie Figuur 18):
Tabel 5 Overzicht van de te verwijderen vistrappen
Vistrap locatie | Nummer | |
Net ten zuiden van de Schepersweg | BZ1-dr11 t/m BZ1-dr16 | |
Ten noorden van de aansluiting van het omleidingskanaal | BZ1-dr17 t/m BZ1-dr27 |
Door de aanleg van de nieuwe meanders is het mogelijk een natuurlijk verhang te realiseren in de Groote Beerze. Dit verhang is nodig voor het realiseren van de gewenste stroomsnelheid, conform de KRW-doelstellingen. De genoemde vistrappen zijn in het verleden aangelegd, omdat er de wens was om zowel de stuwen als ook vismigratie mogelijk te maken. Dit is passend bij de bodemhoogtes van de deels gekanaliseerde beek die destijds niet heringericht kon worden. In de toekomstige situatie zijn deze vistrappen overbodig en zelfs hinderend in het realiseren van het gewenste verhang en stroomsnelheid.
Om deze redenen worden alle vistrappen verwijderd. Van belang is dat bij het verwijderen van de vistrappen enkel de constructie wordt verwijderd en het profiel van de beek én begroeiing niet wordt aangetast. Hiermee wordt de aanwezige flora en fauna zoveel als mogelijk gespaard. Door de toenemende dynamiek zal het gewenste verhang zich vervolgens vanzelf vormen op deze locaties.
B5. Plaatsen nieuwe brug
Er wordt binnen dit plangebied één extra brug geplaatst, namelijk GB-B1 (Figuur 19). Brug GB-B1 zorgt voor een recreatieve verbinding tussen de oost- en westzijde van de beek. Deze recreatieve oversteek met een breedte van 1,5 meter is voor voetgangers en mindervalide toegankelijk. Voor de toekomst wordt de mogelijkheid opengehouden om eventueel vee de beek te laten passeren om zo begrazing aan de andere zijde van de beek mogelijk te maken.
B6. Verplaatsen brug
Brug BZ1-KBR29 dient de toegang tot het omleidingskanaal en de stuw (BZ36-st1) mogelijk te maken. Door de aanleg van de nieuwe meander en dempen van de bestaande loop wordt de bestaande brug verplaatst naar de nieuwe locatie, in het ontwerp aangeduid als GB-B3 (zie Figuur 19).
B7. Vervangen bruggen
De bestaande bruggen BZ1-KBR24, BZ1-KBR25, BZ1-KBR26 en BZ1-KBR27 zijn in slechte staat en worden om die reden vervangen en/of verduurzaamd. Deze vier bruggen zorgen ervoor dat de verschillende eigenaren de percelen, die zij in eigendom hebben, kunnen bereiken. Zie voor een overzicht Figuur 19.
B8. Verwijderen voorde
De bestaande voorde GB-B2 (Figuur 19) is aangelegd om vee een oversteekmogelijkheid te bieden naar de andere kant van het beekdal. Deze voorde wordt in de praktijk echter niet gebruikt. Daarnaast kan de huidige voorde door het veranderende verhang hydrologisch gezien voor opstuwing zorgen, hetgeen op deze locatie niet is gewenst. Om deze redenen komt de voorde te vervallen.
B9. Verwijderen zandvang
Vlak voor de Schepersweg is een zandvang gelegen met de functie om aanzanding onder de brug te voorkomen. Door versmalling van het profiel en hermeandering van de beek (maatregel A1 en A2) en daarmee versnelling van stroomsnelheid is de verwachting dat er geen aanzanding meer zal plaatsvinden op deze locatie. De functie van de zandvang komt hierdoor te vervallen en zal in de toekomst niet meer worden gebruikt.
B10 Verwijderen veegvuil uitdraaiplaats
In de huidige situatie wordt de Groote Beerze periodiek gemaaid per boot waarna het maaisel op de uitdraaiplaats wordt gedeponeerd. Door de natuurlijke inrichting van de beek zal de Groote Beerze alleen de eerste jaren nog gemaaid dienen te worden, bij het ontbreken van voldoende beschaduwing. Dit gebeurt vanaf de kant, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de VVUP. De veegvuil uitdraaiplaats komt daarom te vervallen en dient te worden verwijderd. De vrijkomende damwanden worden toegepast bij maatregel A2, het versmallen van het profiel ten zuiden van de Schepersweg om hier de oever te beschermen tegen eventuele erosie. Om uitspoeling van de oever na het verwijderen van de damwand te voorkomen wordt de oever met behulp van natuurlijke materialen verstevigd. Hierbij moet gedacht worden aan boomstronken die in de oever worden gebracht of het aanbrengen van stortsteen
B11 Aanbrengen afrastering
Aan de oostzijde van de Groote Beerze wordt een nieuwe afrastering geplaatst zodat dit perceel kan worden begraasd passend bij het Natuurbeheertype “Kruiden- en Faunarijk Grasland”. Tevens zorgt deze afrastering voor een afscheiding tussen het recreatiepad (maatregel D1) en de begrazingseenheden en het agrarisch perceel.
B12 Aanbrengen poort
Om het perceel zoals beschreven bij maatregel B11 bereikbaar te houden voor onderhoud aan de beek en de begrazingseenheid, worden er een tweetal nieuwe poorten geplaatst.
B13 Verleggen waterleiding
Achter het agrarisch bedrijf aan de Voldijnseweg 4 is een waterleiding gelegen die gebruikt wordt om te beregenen aan de westzijde van de beek. Bij het graven van de nieuwe meander (zie Figuur 21) wordt deze waterleiding gepasseerd en deze leiding komt hierdoor vrij te liggen in de beek. Om deze reden wordt de leiding verplaatst waarbij zo lang als mogelijk de erfgrens (zie ook afrastering) wordt gevolgd.