Positieve effecten

Het pakket aan maatregelen uit dit Projectplan die tevens onderdeel uitmaken van een beekdalbrede aanpak gaan op termijn zorgen voor een verbetering van de ecologische en landschappelijke waarde in het gebied. Tevens verbetert de waterhuishouding door het verlagen van de piekafvoeren alsook door een toename van de waterkwaliteit. Alles overzien wordt er positief bijgedragen aan een klimaatrobuust beekdal dat past binnen het actieplan Leven de Dommel. Op basis van hydrologische berekeningen en expert judgement zijn de positieve effecten als volgt beschouwd. 

Grondwaterstand

  • Door het verplaatsen van de dammen van de bovenstroomse zijde naar de benedenstroomse zijde in de hoogwatergeul, wordt voorkomen dat uittredend kwel wordt afgevoerd. Tevens zorgt deze verplaatsing voor een verhoging van de waterstand in de hoogwatergeul. Door deze hogere waterstand ontstaat er meer tegendruk wat het uittreden van kwel kan verminderen. Op basis van de grondwaterberekeningen is een minimale verhoging te zien van de GHG ter plaatse van deze dammen. Een effect en logisch gevolg van de maatregel.

  • Door het dempen van de Groote Beerze ter plaatse van de nieuwe meander stijgt de grondwaterstand, voornamelijk de GHG. Zoals ook omschreven bij de paragraaf “effecten op de omgeving” vindt het tegenovergestelde effect plaats bij het ontgraven van de nieuwe meanders.

  • Verlengen van de overkluizing in de BZ62-HO04 zorgt ervoor dat het benedenstroomse deel van deze watergang niet langer drainerend werkt op de omgeving in de nabijheid van de Groote Beerze. Hierdoor zal het verdrogend effect afnemen en positief uitwerken op het natuurperceel.

Stroomsnelheid en piekafvoeren

  • Door de aanleg van de nieuwe loop in combinatie met het verwijderen van de twee vistrappen wordt het verloop van de stroomsnelheid gelijkmatiger verdeeld. In een zomersituatie wordt in de nieuwe meanders een stroomsnelheid behaald van tussen de 0,18cm/s en de 0,21cm/s. De bestaande meanders binnen het plangebied bereiken een stroomsnelheid tot 0,23m/sec, waarbij vermeld moet worden dat deze op enkele locaties wegzakken tot plaatselijk 6cm/sec.

  • In een wintersituatie wordt een stroomsnelheid behaald van meer dan 15cm/s tot plaatselijk 0,36m/s. De bestaande meanders binnen het plangebied bereiken deze stroomsnelheid op deze meeste locaties, echter op enkele locatie zakt de stroomsnelheid weg tot maximaal 10cm/s.

  • Er kan meer inundatie in het beekdal plaats vinden op gronden van het Waterschap en haar partners, met uitzondering van enkele particuliere percelen (zie effecten op de omgeving). Water kan hierdoor in het gebied langer vastgehouden worden, waardoor meer inundatie kan plaatsvinden en piekafvoeren benedenstrooms meer afvlakken.

Figuur 27 Berekende stroomsnelheden

Waterkwaliteit

  • Het aanplanten van struweel langs de beek zorgt voor de gewenste beschaduwing die het opwarmen van het beekwater moet voorkomen. Ongewenste plantengroei neemt af en de waterkwaliteit met betrekking tot temperatuur zal toenemen. Tevens zijn gronden direct langs de beek grotendeels verworven waardoor intensieve bemesting of het toepassen van bestrijdingsmiddelen wordt voorkomen.

  • Het ontgraven van het maaiveld langs de Groote Beerze, benedenstrooms van de Schepersweg zorgt voor minder uitspoeling van nutriënten wat positief uitwerkt op de waterkwaliteit. Wel is het van belang dat deze voedselrijke bouwvoor niet op andere plekken wordt toegepast waar sprake kan zijn van uitspoeling.

  • Door toename van de stroomsnelheid zal er minder slibvorming plaatsvinden. Minder plantengroei (door beschaduwing) gaat eveneens bijdragen aan mindere slibvorming wat eveneens gaat bijdragen aan een betere waterkwaliteit.

Omgeving, landschap en recreatie

  • De aanleg van een meanderende beek geeft het beekdal in beginsel zijn natuurlijk karakter terug.

  • Bij een integraal project als dit is een landschappelijke inpassing van groot belang. Het aanplanten van struweel en bomen langs de beek zorgt voor een besloten landschap passend bij de visie “van Beerze naar Beter” (2019). Soorten die worden aangeplant worden in overleg met de terreinbeheerder bepaald, passend bij het beekdal en de omgeving.

  • Door de aanleg van een recreatieve oversteek over de Groote Beerze en het aansluiten van deze verbinding op reeds bestaande routes wordt met dit project bijgedragen aan een verbetering van het (toekomstbestendig) routenetwerk. In overleg met de streek is de locatie van de oversteek bepaald. Dit maakt de beek en haar beekdal beleefbaar en zorgt voor betrokkenheid uit de streek.

  • Het vervangen van de wandelbruggen richting de particuliere eilanden zorgt voor een duurzame verbinding en veilig oversteek van de beek.

  • Het aanplanten van een treurwilg zorgt voor een stuk gebiedsgeschiedenis die door de stakeholders zelf is ingebracht in het gebiedsproces. Naast betrokkenheid zorgt dit vooral voor beleving en informatie over een gebeurtenis.