Maatregelen aan watergangen

A1. Hermeandering Groote Beerze

De huidige loop van de Groote Beerze volstaat niet ten aanzien van het bereiken van de doelen voor de KRW en Natura 2000. Voor de dimensionering van de nieuwe loop zijn dan ook vooral eisen uit de KRW en N2000 randvoorwaardelijk. Dit leidt tot meanderende beek met een kleiner en ondieper profiel dat voorziet in de gewenste en gevarieerde stroomsnelheid in de zomer (gemiddeld ≥18cm / sec), waarbij morfologische processen worden gestimuleerd.

In 2004 / 2005 heeft er reeds beekherstel plaatsgevonden. Vanwege beperkte grondbeschikbaarheid heeft echter op drie trajecten geen beekherstel plaatsgevonden (zie Figuur 3). Met dit projectplan wordt op het eerste, meest bovenstroomse traject beekversmalling uitgevoerd (zie maatregel A2). Dit is nodig om de gewenste stroomsnelheid te realiseren. Op de twee meer benedenstroomse trajecten wordt beekherstel uitgevoerd, waarbij twee nieuwe meanders worden ontgraven (Figuur 5).

De ligging van de nieuwe meanders is vooral gebaseerd op de historische loop, afkomstig uit het jaar 1900. Deze historische ligging wordt gebruikt omdat dit een (van de eerste) betrouwbare cartografische weergaven betreft. Op enkele locaties bleek dit niet mogelijk gezien de grondeigendommen. In het bovenstroomse deel (ten zuiden van de Schepersweg) vindt over een lengte van 405 meter beekherstel plaats. De lengte van de nieuwe meander wordt 650 meter. Benedenstrooms vanaf de Schepersweg, vindt er over een lengte van 410 meter beekherstel plaats waarbij de nieuwe meander 500 meter lang wordt. Onderstaande dwarsprofielen (figuur 7 t/m 10) geven de nieuwe situatie weer, deze profielen zijn ook als bijlage A2 toegevoegd. In de uitvoering wordt binnen de marges gezocht naar de optimale ligging van de meanders om zo bijvoorbeeld bestaande bomen te sparen.

Ten noorden van de Schepersweg worden boomstronken aangebracht in de oever (buitenbocht) om hevige erosie de eerste jaren te voorkomen. Na enkele jaren zorgen boomwortels voldoende voor het vasthouden van de oever. Verder is de aanwezigheid van een grondwatermeetpunt benedenstrooms van de Schepersweg een aandachtspunt bij de uitvoering. Dit meetpunt moet behouden blijven, voorzichtigheid in de uitvoering is gewenst.

Figuur 6 Nieuwe meanders die worden ontgraven op de twee benedenstroomse trajecten. Het eerste traject, de beekversmalling, is beschreven bij maatregel A2.
Figuur 7 Principeprofiel 2 van beekherstel binnen huidig profiel bovenstrooms deel Groote Beerze.
Figuur 8 Principeprofiel 3 van beekherstel met nieuwe meanders bovenstrooms deel Groote Beerze.
Figuur 9 Principeprofiel 5 van beekherstel in benedenstrooms deel Groote Beerze.

A2. Versmallen watergang Groote Beerze

Het profiel van de huidige Groote Beerze net ten noorden van de Broekeindsedijk en net ten zuiden van de Schepersweg voldoet in de huidige situatie niet aan de voorwaarden voor het behalen van de doelen. Zo is er bij de Broekeindsedijk een te lage stroomsnelheid, veroorzaakt door het brede profiel. Bij de Schepersweg is een zandvang aanwezig die in combinatie met te weinig verhang voor een te lage stroomsnelheid zorgt. Deze zandvang zal in de toekomstige situatie niet meer worden gebruikt. Tevens dient de oever op deze locatie aan de westzijde (buitenbocht) beschermd te worden omdat de kadastrale grens mogelijk overschreden wordt door het afkalven van de oever. Om deze redenen wordt het huidige beekprofiel op deze twee locaties, ieder over een lengte van ongeveer 80 meter aan de westzijde versmald en verondiept, zie Figuur 10 en Figuur 11. Aan de Broekeindsedijk wordt de ontstane ruimte aan de westzijde ingeplant en afgerasterd, zodat deze niet toegankelijk is. Bij de Schepersweg wordt de oever verstevigd door het aanbrengen van een damwand in combinatie met een natuurlijke oeververdediging.

Figuur 10 Principeprofiel 1 versmallen en verondiepen Groote Beerze
Figuur 11 Principeprofiel 4 versmallen en verondiepen Groote Beerze

A3. Dempen Groote Beerze

Op de twee deeltracés waar hermeandering van de Groote Beerze (maatregel A1) plaatsvindt, komt de huidige loop te vervallen en wordt de Groote Beerze gedempt. In totaal wordt de Groote Beerze over een lengte van ruim 800 meter gedempt. Het dempen van de huidige loop wordt gestart nadat de nieuwe loop is aangetakt. Het traject benedenstrooms van de Schepersweg wordt niet volledig gedempt. Zoals bij maatregel A4 omschreven wordt dit gedeelte tot 30cm beneden aangrenzend maaiveld gedempt.

Grond die wordt gebruikt voor het dempen komt vrij bij het ontgraven van de nieuwe loop. Dit wordt aangevuld met grond die elders, zowel binnen als buiten het projectgebied, wordt verkregen. Bij het dempen is het een aandachtspunt dat zoveel als mogelijk, in ieder geval in de toplaag, voedselarme grond wordt toegepast. Dit om verruiging te voorkomen. Er wordt gestreefd naar duurzaam grondverzet waarbij het gebruik van grond uit de directe omgeving de voorkeur heeft. Op de locaties waar de oude (te dempen) en nieuwe loop elkaar raken worden waar nodig extra versteviging aangebracht om wegspoelen van grote hoeveelheden grond te voorkomen.

A4. Ontgraven maaiveld langs nieuwe meander

Langs de nieuwe meander, benedenstrooms van de Schepersweg wordt langs de beek een zone van 25 tot 30 meter afgraven tot een diepte van 30-50 centimeter beneden maaiveld. Tot deze zone behoort ook de huidige beek die op deze locatie gedempt wordt (maatregel A3) tot eveneens 30cm beneden maaiveld. Met deze maatregel ontstaat er een breder stromingsprofiel bij piekafvoeren. Hierdoor worden grootschalige effecten bovenstrooms voorkomen. Voor de aanplant van het bos in deze zone geldt dat deze zone in de eerste jaren na aanleg intensiever beheert dient te worden. Hiermee wordt voorkomen dat de afvoercapaciteit wordt beperkt.

Figuur 12 Principeprofiel met een weergave van de maaiveldverlaging langs de meander.
Figuur 13 Weergave van de maaiveldverlaging langs de nieuwe meander.

A5. Obstakelvrije zone

Voor het uitvoeren van beheer en bij calamiteiten is het van belang dat de Groote Beerze en haar zijwatergangen bereikbaar zijn. In de huidige situatie ligt de obstakelvrije zone – in gebruik als onderhoudspad - aan de oostzijde van de beek. Voor een groot deel blijft dit onderhoudspad behouden. Dit geldt voor het tracé van de Groote Beerze waar geen hermeandering gaat plaatsvinden. Daar waar de nieuwe meanders komen (zie maatregel A1) volgt het onderhoudspad het nieuwe tracé en komt de oude route te vervallen. De obstakelvrije zone heeft een breedte van 5 meter.

Figuur 14 Weergave van de obstakelvrije zone en locaties van de grindbanken

A6 Aanbrengen grindbanken

Om de beek aantrekkelijker te maken voor voortplanting van de Beekprik, worden op 5 locaties in de Groote Beerze grindbanken aangelegd, zie Figuur 14. De grindbanken worden door de Beekprik gebruikt om eieren op af te zetten, waarna larven zich stroomafwaarts laten meedrijven tot ze zich op een geschikte plek -plekken met veel organisch stof- ingraven. Daar leven ze tot ze volwassen worden.

Dempen watergang BZ62HO04

In de bestaande situatie is watergang BZ62 reeds voor een deel van een lange duiker (overkluizing) voorzien om vervolgens via de watergang af te wateren op de Groote Beerze, zie Figuur 15. In de nieuwe situatie wordt een nieuwe overkluizing aangesloten op de bestaande overkluizing (zie maatregel B1), waardoor de bestaande watergang en aansluiting op de Groote Beerze komt te vervallen. Op dit traject wordt watergang BZ62HO04 benedenstrooms van de nieuwe aansluiting om die reden gedempt. Met het dempen van deze watergang, wordt de drainerende werking gestopt.