Erfgoedwet en omgevingswet

Samen met de nieuwe Omgevingswet maakt de Erfgoedwet een integrale bescherming van ons cultureel erfgoed mogelijk. De regelgeving over het behoud en beheer van cultureel erfgoed is sinds 2016 ondergebracht in de Erfgoedwet. De Erfgoedwet vervangt 6 wetten en regelingen op het gebied van cultureel erfgoed. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet. De planning is nu dat de omgevingswet in 2022 van kracht gaat. Samen met de Erfgoedwet zal cultureel erfgoed met de Omgevingswet zo goed mogelijk beschermd worden. De omgevingswet bundelt wetten en regelingen over onder meer ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. De Omgevingswet definieert cultureel erfgoed als: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten en cultuurlandschappen.

Archeologie

Op grond van de huidige Erfgoedwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de omgang met archeologische waarden binnen het eigen gemeentelijk grondgebied. Voor het Projectplan “Herinrichting beekdal Groote Beerze, traject Broekeindsedijk - Aardbossen” dient de gemeente Oirschot vast te stellen of voldoende rekening is gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten.

Maatwerk is voor archeologisch onderzoek van groot belang. Volgens de gestelde regelgeving in de Monumentenwet stelt het waterschap een Programma van Eisen op voor de geplande graafwerkzaamheden, met als doel zoveel mogelijk archeologische waarden in situ te behouden. Het archeologisch vooronderzoek (bureauonderzoek) is als bijlage A7 bijgevoegd.

Aardkundige waarden

Traject 3 van de Groote Beerze is als ‘aardkundig waardevol gebied’ aangemerkt, zie Figuur 39. In de toelichting wordt hierover het volgende beschreven (Verbauwen, 2003):

Aardkunde

Delen van de Grote en Kleine Beerze zijn vrij meanderend, vooral in Landgoed De Baest en in de Aardbossen (ten noorden van Westelbeers, in beheer door gemeente Oirschot). Afgesneden beekmeanders zijn nog bewaard in Landgoed De Baest, en plaatselijk ook elders langs de Groote en Kleine Beerze. De zogenaamde Midden-Brabantse dekzandrug is een hoger gelegen deel van het dekzandlandschap. Deze ligt ongeveer op de lijn gevormd door de Spreeuwelsche Heide ten zuiden van Westelbeers over de Mispeleindsche Heide naar de Oostelbeersche Heide. Waar de beekdalen van de Groote en Kleine Beerze door deze hoger gelegen dekzandrug breken zijn ze aanzienlijk smaller en de beekdalglooiingen zijn steiler en beter zichtbaar dan elders. Op deze plaatsen hebben de beken soms mooie stootoevers gevormd in de tot vlakbij de beek komende hoge dekzandrug of lage landduinen. In de Kuikseindsche Heide komen landduinen en tussenliggende vennen voor. Aan de westrand komt een beboste opvallende stuifzandwal voor die sterk contrasteert met het westelijk gelegen open beekdal van de Groote Beerze. Kleinere landduincomplexen zijn lokaal ook elders buiten de beekdalen te vinden.

Figuur 38 Reliëf in beekdal Groote Beerze

Cultuurhistorie

Grote delen van het dal van de Groote Beerze hebben volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart een hoge historisch-geografische waarde.

Kwetsbaarheid en aantastingen

De natuurlijke reliëfvormen in de beekdalen zijn over het grootste deel van de beeklopen aangetast door de rechttrekking en kanalisering van de beken. Plaatselijk werd de nieuwe loop op een afstand naast de oude aangelegd, waardoor de oude meanderende beekloop daar bewaard is gebleven. Dit is nog goed te zien op de reliëfkaart, zie Figuur 38.

De meanders zijn bepaald op basis van de historische ligging en liggen voornamelijk binnen de dalvormige laagte, zie Figuur 39. Aardkundige waarden worden in dit plan dan ook niet aangetast.

Figuur 39 Aardkundige waardenkaart